De compositie Tōtoltepōhua begint met twee sets basispulsen voor elke percussionist. Op zichzelf zijn deze eenvoudige ritmes rechttoe rechtaan als metronoombeats, maar gecombineerd onthullen ze een complexere verbinding: ze leiden overigens tot momenten die als grooves kunnen worden ervaren. De meeste van deze groovy momenten verdwijnen onmiddellijk, slechts één standaard Latin-ritme blijft bestaan. Gedreven door plotselinge tempowisselingen verandert het ritmische gevoel van de muziek snel en stagneert soms in herhalende patronen.