In an associative photo series, Merijn Bisschops captures the hard and soft boundaries between city, countryside and nature. A snapshot that provides insight into how we organize the sparse space of the rural area.
Tilburg Stadrandschap is more than a photo book. Historical ecologist Thijs Caspers, writer A.H.J. Dautzenberg, poet Frederike Luijten, philosopher Arthur Kok and urban planner Marc Okhuijsen respond to photography and give their vision of the past, present and future urban fringe of Tilburg.
In the small country of The Netherlands, the struggle for the last remnants of space between urban areas, countryside and nature is visible everywhere. The debate about the countryside is also in full swing in Tilburg. What to do with the last square meters of land? Do we want cows in the meadow, corn in the fields or could we add some asphalt? How many solar parks and wind turbines keep our society running? Do we build luxury farmhouses or do we look for a solution to the housing shortage? Do we cut down the last pubic greenery or do we create new nature? Welcome to Tilburg Stadrandschap.
Het boek begint in de schaduw van een grote zomereik in de wijk Koningsoord, het nieuwe hart van Berkel-Enschot. Tot 2020 was de boom een imposant herkenningspunt dat uittorende boven de akkers. De boom staat er nog steeds, maar bevindt zich nu ingekapseld tussen woningen. De verstopte reus markeert het begin van de reis van Merijn Bisschops die ons het stedelijk gebied uit voert: langs dure bouwgrond en puinreservaat, door verbindingszones en tussenruimtes, steeds verder de natuur in. De fotoreeks roept de vraag op waar de stad precies ophoudt en het platteland of de natuur begint. Wat nu buitengebied is, kan in de nabije of verre toekomst onderdeel van de stad zijn.
Wat nu buitengebied is, kan in de nabije of verre toekomst onderdeel van de stad zijn.“Wat me opviel, is dat de grenzen van de stad hard zijn. De stadsrand wordt op veel plaatsen afgebakend door geluidswallen en snelwegen. Ook was zichtbaar dat de gemeente de neiging heeft om natuur op zichzelf niet genoeg te vinden: deze dient te worden voorzien van horeca, sportroutes en recreatiemogelijkheden. Ik heb geleerd dat traditioneel ogende rieten daken van kunststof kunnen zijn, dat boomkwekerijen fotogeniek zijn en dat er grote agrarische robots bestaan die grasmaaien, opvangen en direct naar de koeienstal brengen. Ik laat de buitengebieden zien zoals iedereen ze kan zien. Tegelijkertijd heb ik niet zomaar de geijkte onderwerpen gekozen, ik wil Tilburgers uitnodigen hun stad met andere ogen te bekijken en te (her)ontdekken. De prikkelende essays, verhalen en gedichten van de vijf schrijvers geven de foto’s verdieping en schetsen een groter en fantasierijker beeld van het alledaagse Tilburg. Ik hoop dat mensen zich door dit boek meer bewust worden van hun omgeving en dat ze beseffen wat zowel kleine als grote veranderingen teweeg kunnen brengen, ten goede of ten kwade.”